Er zijn 7 SBL-competenties voor een leraar Voortgezet Onderwijs. Dit is de vijfde competentie voor een leraar VO.

De leraar VO moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega’s op school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar MBO competent zijn in het samenwerken met collega's.

Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega’s levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo’n leraar:

  • Goed met collega’s communiceert en samenwerkt;
  • Een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren;
  • Een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school.

Bekwaamheidseis bij deze competentie

De leraar VO onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.

Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leraar VO...

...het volgende doen:

  • De leraar deel informatie die voor de voortgang van het werk van belang is met collega’s en hij maakt gebruik van de informatie die hij van collega’s krijgt;
  • De leraar levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school;
  • De leraar geeft en ontvangt collegiale consultatie en intervisie;
  • De leraar werkt met zijn collega's (onderzoeksmatig) samen aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school.

...deze kennis hebben:

  • De leraar is op praktisch niveau bekend met methodieken voor samenwerking en intervisie;
  • De leraar is op praktisch niveau op de hoogte van leerlingvolgsystemen en manieren om zijn eigen werk toegankelijk te administreren;
  • De leraar heeft enige kennis van organisatie- en bestuursvormen voor scholen in het MBO;
  • De leraar is op de hoogte van modellen van kwaliteitszorg en methodieken voor onderwijsverbetering en schoolontwikkeling.

Indicatoren van deze competentie

Hieronder geven we een paar voorbeelden van indicatoren van de competentie in het samenwerken met collega's.

  • De leraar werkt samen met collega’s (leraar, instructeur en/of onderwijsassistent) in het voorbereiden, uitvoeren (teamteaching) en evalueren van onderwijs. Hij heeft een gemakkelijk toegankelijke administratie en registratie van leerlinggegevens.
  • De leraar werkt met collega’s samen aan het verbeteren en vernieuwen van het onderwijs of de organisatie, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van opdrachten en beoordelingsinstrumenten in het kader van een nieuwe onderwijsvorm of het vormen van kernteams of zelfsturende teams.
  • De leraar maakt gebruik van vormen van actieonderzoek/handelingsonderzoek om gesignaleerde problemen aan te pakken.
  • De leraar spreekt collega’s aan en is zelf ook aanspreekbaar als het gaat om het vragen of geven van hulp bij het werk.
  • De leraar houdt rekening met zijn collega’s en met de belangen van zijn school.
  • De leraar draagt bij aan een effectief functionerende organisatie door te werken volgens in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen.
  • De leraar kan zijn opvattingen en zijn werkwijze op het gebied van samenwerken met collega’s en functioneren in de schoolorganisatie verantwoorden.