Er zijn 7 SBL-competenties voor een leraar VO. Dit is de zesde competentie voor een leraar VO.

De leraar Voortgezet Onderwijs moet contacten onderhouden met de ouders of verzorgers van de leerlingen en met collega's van bedrijven en instellingen waar zijn school voor het onderwijs en de leerlingen mee samenwerkt. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar zijn afgestemd. Bovendien moet hij eraan meewerken dat de samenwerking van zijn school met die bedrijven en instellingen goed verloopt.

Om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar VO competent zijn in het samenwerken met de omgeving van de school. Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving zorgt voor een zorgt voor een goede communicatie en afstemming met ouders of verzorgers van de leerlingen. Hij zorgt in overleg met de leerling voor een goede communicatie en afstemming tussen school, leerling en bedrijven of instellingen waar de leerling (in het kader van zijn opleiding) mee te maken heeft. Hij maakt doeltreffend gebruik van het professionele netwerk van de school als het gaat om de opleiding van of de zorg voor de leerling. Hij gaat verantwoordelijk en zorgvuldig om met de contacten die hij namens de school onderhoudt met de omgeving van de school.

Bekwaamheidseis bij deze competentie

De leraar VO onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met bedrijven of instellingen om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven in het opleiden van de leerling. En hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen en bij zijn school.

Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leraar voortgezet onderwijs...

...het volgende doen:

  • De leraar geeft op professionele manier informatie over de leerlingen aan ouders en andere belanghebbenden en hij maakt gebruik van de informatie die hij van hen krijgt;
  • De leraar zorgt in overleg met de leerling en andere betrokkenen voor afstemming tussen het leren in en buiten de school en voor duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin;
  • De leraar neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school;
  • De leraar verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze met betrekking tot een leerling aan ouders en andere belanghebbenden en past in gezamenlijk overleg zonodig zijn werk met die leerling aan.

...deze kennis hebben:

  • De leraar is bekend met de leefwereld van ouders of verzorgers en met de culturele achtergronden van de leerlingen en hij weet hoe hij daar rekening mee moet houden in zijn doen en laten als leraar;
  • De leraar is op de hoogte van de professionele infrastructuur waar zijn school onderdeel van is;
  • De leraar is bekend met de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin zijn leerlingen participeren en weet hoe hij daar als leraar mee om kan gaan;
  • De leraar is bekend met de regelgeving en samenwerkingsprocedures tussen zijn school en bedrijven en instellingen waarmee wordt samengewerkt;
  • De leraar weet hoe hij ervoor kan zorgen dat het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn leerlingen goed op elkaar zijn afgestemd.

Indicatoren van deze competentie

Hieronder geven we een paar voorbeelden van indicatoren van de competentie in het samenwerken met de omgeving.

  • De leraar onderhoudt op een open en constructieve manier contacten met ouders, verzorgers of andere belanghebbenden. Zo spreekt hij mensen en instellingen buiten de school aan die met de leerlingen/deelnemers te maken hebben en is hij ook zelf voor die mensen en instellingen aanspreekbaar. Daarbij stemt hij zijn werk goed af op dat van andere partijen.
  • De leraar overlegt met vertegenwoordigers van toeleverende en afnemende scholen om te komen tot doorlopende leerlijnen, zodat de leerling optimaal de eigen loopbaan vorm kan geven.
  • De leraar kan zijn opvattingen en werkwijzen op het gebied van samenwerken met (potentiële) leerwerkplek biedende bedrijven/instellingen, ouders/verzorgers en anderen buiten de school verantwoorden.